De Wet Verbetering Poortwachter is bedoeld om langdurig ziekteverzuim te beperken. Iedere werknemer in loondienst die langdurig ziek is, krijgt te maken met de Wet Verbetering Poortwachter.

Het doel van de wet is dat werkgever en werknemer er samen voor zorgen dat een zieke werknemer zo snel en effectief mogelijk weer deelneemt aan het arbeidsproces.

De Wet Verbetering Poortwachter is bedoeld om langdurig ziekteverzuim te beperken. Iedere werknemer in loondienst die langdurig ziek is, krijgt te maken met de Wet Verbetering Poortwachter.

Het doel van de wet is dat werkgever en werknemer er samen voor zorgen dat een zieke werknemer zo snel en effectief mogelijk weer deelneemt aan het arbeidsproces.

Wat is het en wanneer start het?

Bij langdurige ziekte krijgt iedere werknemer en werkgever te maken met de Wet Verbetering Poortwachter. Zo lang je in dienst bent moeten jullie – werkgever én werknemer – samen bepaalde stappen ondernemen om tot het best mogelijke resultaat te komen. Dit proces duurt twee jaar, tenzij je contract met de werkgever eerder eindigt.

De Wet Verbetering Poortwachter hanteert het volgende stappenplan.

  • Probleemanalyse in samenwerking met de bedrijfsarts (uiterlijk in de 6e week)
  • Plan van aanpak, opgesteld door werkgever en werknemer. Hierin wordt een einddoel bepaald en hoe jullie daar willen komen (in de 8e week)
  • Werkgever doet melding van langdurig verzuim bij UWV (week 42)
  • Eerstejaars evaluatie tussen werkgever en werknemer (tussen week 46 en 52)
  • Inzet van re-integratie buiten de eigen organisatie als dit nog niet is gedaan (uiterlijk 6 weken na de eerstejaars evaluatie)
  • WIA aanvraag door werknemer (tussen week 87 en 90)

De voortgang wordt minimaal éénmaal in de zes weken besproken tussen jou en jouw werkgever. De werkgever zal een bedrijfsarts of arbodienst inschakelen.

Mogelijk wordt er een casemanager van een arbodienst ingezet die het proces gaat begeleiden. Een casemanager kan ook een medewerker zijn van je werkgever.

Als het nodig is kan een werkgever een re-integratiebureau of andere ondersteuning inschakelen met als doel jou te helpen naar passend werk, binnen de organisatie (1e spoor) of buiten de organisatie (2e spoor) waar je in dienst bent.

Re-integratie eerste én tweede spoor uitgelegd

De re-integratie gaat in twee fasen, ook wel ‘sporen’ genoemd:

  • Eerste spoor: terugkeer bij jouw eigen werkgever in de oude functie of een andere (aangepaste) functie
  • Tweede spoor: re-integratie in passend werk bij een nieuwe werkgever

In het eerste spoor kijken werknemer en werkgever naar de mogelijkheden om (aangepast) werk te verrichten binnen het bedrijf.

Wat de aanleiding ook is, het kan gebeuren dat een terugkeer naar je oude werkplek niet mogelijk is.

In sommige gevallen is er ook geen mogelijkheid om bij hetzelfde bedrijf een andere functie te bekleden, simpelweg omdat je werkgever geen functies heeft die passen bij de werkzaamheden die je nog wel zou kunnen doen.

Als een andere functie binnen hetzelfde bedrijf niet mogelijk is, dan zal je werkgever jouw ondersteunen bij het vinden van passend werk buiten de organisatie. Het actief zoeken naar passend werk buiten de organisatie, noemen we het tweede spoor.

Uiterlijk binnen zes weken na de eerstejaars evaluatie moet het tweede spoor traject zijn ingezet. Dit kan al eerder ingezet worden als er bijvoorbeeld al snel duidelijk is dat er bij je eigen werkgever geen passend werk is.

Tips voor tijdens de re-integratie:
  • Tijdens het tweede spoor wordt er gekeken naar passende functies buiten je eigen organisatie. Je werkgever zal je hierbij helpen. Soms wordt daar een re-integratiebureau of een coach voor ingeschakeld. Zo’n coach kan je goed helpen bij het onderzoeken welke functies nu passen bij jouw mogelijkheden en beperkingen en je helpen bij het vinden van passend werk in een nieuwe organisatie. De coach heeft vaak ervaring met tweede spoortrajecten en heeft een netwerk die deuren kan openen. Maak daar gebruik van! Wie weet welke nieuwe mogelijkheden er voor jou ontstaan.
  • Je bent niet verplicht om werk te accepteren als dat werk niet passend is. Immers: het doel van het traject is om de baan te vinden die het beste bij jou past. Twijfel je of aangeboden werk passend is? Dan kan je advies vragen van de bedrijfsarts.
  • Verloopt het tweede spoor niet goed, bijvoorbeeld omdat je niet-passende werkzaamheden krijgt aangeboden en de werkgever dat wel passend vindt? Dan kan je eerst advies vragen bij de bedrijfsarts. Komen jullie er nog niet uit? Dan is het mogelijk om een onafhankelijk deskundigenoordeel via UWV aan te vragen. Hier zijn kosten aan verbonden.
  • Op het forum van Samen Veerkrachtig kun je in contact komen met anderen in dezelfde situatie als jij. Want niemand is ooit de enige.
Wanneer is werk ‘passend werk’?
  • Passend werk moet aansluiten bij jouw belastbaarheid. Een bedrijfsarts en arbeidsdeskundige kunnen beoordelen wat in jouw situatie als passend gezien kan worden. Dit wordt in een Functie Mogelijkheden Lijst (FML) en re-integratievisie (RIV) vastgelegd.
  • Als functies passend zijn te maken door de inzet van een kortdurende (in de regel circa 6 maanden) training of scholing, dan kan dit van de werkgever en werknemer worden verwacht.
  • Bij een tweede spoor kan de inzet van een opleiding of training noodzakelijk zijn om de arbeidskansen te vergroten.
Wanneer spreekt het UWV van een succesvolle re-integratie?

Een bevredigend resultaat is bereikt wanneer:

  1. Je passend werk doet met een structureel karakter dat zo dicht mogelijk aansluit bij jouw mogelijkheden en het oude loon. Bij voorkeur binnen het eigen bedrijf (1e  spoor) of, als dat niet mogelijk is, buiten het eigen bedrijf (2e spoor).

Als dit niet mogelijk blijkt, dan is volgens UWV een bevredigend resultaat ook bereikt als:

  1. Je passend werk doet met een structureel karakter waarmee je ten minste 65% van het je oude loon verdient (van voor de eerste ziektedag). Het moet hier gaan over een situatie die bereikt is na een intensieve re-integratie. Het is niet de bedoeling dat de werkgever aan de werknemer na drie maanden ziekte dit werk voor 65% van het oude loon aanbiedt en vervolgens niets meer doet.

In dit laatste geval is het wel van belang dat jouw werkgever en jij het erover eens zijn dat er redelijkerwijs niet meer van de werkgever kan worden verwacht.

Je hoeft zo’n aanbod niet te accepteren als er binnen het eigen bedrijf of daarbuiten passend werk  voor jou is. Het moet dan gaan om werk wat beter aansluit bij jouw mogelijkheden en beperkingen en waarmee je misschien zelfs meer loon kunt verdienen.

Natuurlijk moet je van de werkgever in alle redelijkheid wel kunnen verlangen om dat werk aan te bieden.

Meer informatie over tweede spoor

Het tweede spoor is onderdeel van de Wet Verbetering Poortwachter. Het UWV heeft een werkwijzer Wet Verbetering Poortwachter gepubliceerd, waar het proces helder wordt beschreven.

Alle werkgevers en werknemers die hiermee te maken krijgen dienen, zich te houden aan het proces zoals in deze werkwijzer staat omschreven.

Met wie krijg je te maken?
  • Het re-integratiebureau

  • Je werkgever, de eindverantwoordelijke voor de re-integratie

  • De bedrijfs- of arbo-arts

  • Met potentiële werkgevers

Praten en ervaringen uitwisselen met anderen kan helpen. Via één van onze Koffietafels ontmoet je mensen die dezelfde situatie zitten.

Willem Verhoeven
Voorheen lasser en bankwerker. Helpt nu leerlingen.

ED helpt je op weg!

Via Samen Veerkrachtig vind je mensen die eerder een situatie als de jouwe hebben meegemaakt. Zij zijn onze ErvaringsDeskundigen, kortweg ED’s. In het forum herken je ze aan de oranje cirkel om hun foto. Aan ED’s kun je vragen stellen, bijvoorbeeld over de keuring van het UWV of het vinden van ander werk. Benader ze gerust als je ergens mee zit, want op Samen Veerkrachtig helpen we elkaar bij het vinden van antwoorden.